Het maken van je stageverslag

Richtlijn verslag schrijven:

In de opleiding is het leren samenstellen van verslagen een belangrijk onderwijsdoel.
Je zult tijdens je opleiding en ook in je toekomstige werkveld regelmatig met verslaggeving te maken krijgen.
De bedoeling is dat je door het schrijven van deze verslagen:

je kennis en ervaringen op papier zet, zodat de lezer een beeld krijgt van jouw functioneren.

meer kennis verzamelt over bepaalde zaken m.b.t. je toekomstige beroep.
leert om je gedachten, ideeën en informatie correct te formuleren.

Plagiaat

Het uitgangspunt bij elk verslag is dat het grootste deel in eigen woorden geschreven is. Natuurlijk mag je informatie uit bronnen halen, maar deze moet dan wel herschreven worden. Hierbij moet je een keuze maken wat je wel en wat je niet voor je verslag gebruikt. Een enkel citaat kan worden toegevoegd, maar het is niet de bedoeling dat het verslag een verzameling van citaten wordt. Wanneer je externe bronnen gebruikt, dan moet je deze bron wel vermelden bij het stukje tekst en opnemen in de bronnenlijst aan het einde van je verslag. Over het algemeen geldt: als je denkt dat het plagiaat is, dan is het vaak ook plagiaat.

Algemene aanwijzingen:

Het verslag moet geschreven zijn in correct Nederlands, d.w.z. dat je moet zorgen voor een goede stijl en een juiste spelling.

Schrijf het verslag in de tegenwoordige tijd, in de ik-vorm.
Werk met lettertype Arial 12 punts.

Geef het hele verslag een koptekst met je naam en het onderwerp dat je bespreekt

Voorbeeld:

Naam student Opdracht Kennismaking

Als je een opdracht maakt, begin dan met de opdracht te herhalen
Beantwoord alle vragen die gesteld worden in de opdracht. Vul de uitwerking van de opdracht, indien mogelijk aan met verzameld materiaal.
Gebruik nooit namen van patiënten, maar noem ze mevrouw A en meneer B (privacy!).
Maak een logische indeling in alinea's. Sla een regel over als je aan een nieuwe alinea begint.
Werk op A4-formaat en gebruik slechts één kant van het papier.
Maak tekeningen strak en overzichtelijk. Gebruik alleen tekeningen en illustraties die direct verband houden met de tekst.
Gebruik niet te veel lettertypen en/of kleuren

Gebruik geen afkortingen. Leg vaktermen uit.
Geef tijden in cijfers weer. Half negen 's avonds is dus 20.30 uur.
Pas de kantlijnen niet aan.
Lees als je klaar bent alles nog eens na, of laat het nalezen: vaak worden kleine (schrijf)fouten bij het uitwerken over het hoofd gezien.

Lever je verslag via OnStage in.

Aanwijzingen voor de indeling

Als je naar de indeling van het verslag kijkt, kun je de volgende delen onderscheiden:

titelpagina
inhoudsopgave
inleiding
uitgewerkte opdrachten
evaluatie/conclusie
eventuele bijlagen

Titelpagina

Zorg ervoor dat de titelpagina, met eventueel een afbeelding, evenwichtig ingedeeld is.

naam
opleidingsgegevens als lesgroep, naam SLB- docent, schoolmailadres
naam BPV-docent
gegevens van het leerbedrijf zoals naam en adresgegevens

Inhoudsopgave

Als kop gebruik je het woord ‘inhoudsopgave’ of ‘inhoud’. Onder die kop volgt een overzichtelijke opsomming van de hoofdstukken, eventuele paragrafen en bijlagen, met vermelding van paginanummers.

De inhoudsopgave maak je pas als je verslag voor de rest helemaal klaar is.

LET OP: je begint pas achter de inhoudsopgave met het nummeren van de pagina’s.

Titelblad en inhoudsopgave krijgen dus geen nummer.

Inleiding

Het is niet de bedoeling dat je de punten los opschrijft, maar er een lopend verhaal van maakt.

Beschrijving over jezelf bij aanvang van de stage:

beginsituatie bij aanvang BPV
sterke en zwakke punten
verwachtingen voor deze stageperiode

Uitgewerkte opdrachten

Na de inleiding komt dan uiteindelijk het eigenlijke verslag: de uitgewerkte opdrachten. Houd de volgende richtlijnen in je achterhoofd bij het schrijven van je verslag:

Als je een opdracht maakt, begin dan met de tekst van de opdracht te herhalen
Beantwoord alle vragen die gesteld worden in de opdracht. Vul de uitwerking van de opdracht, indien mogelijk aan met verzameld materiaal.

Zet elk kerntaak op een nieuwe pagina
Gebruik tussenkopjes en paragrafen
Gebruik alleen relevante afbeeldingen en maak ze niet te groot
Gebruik nooit namen van patiënten, maar noem ze mevrouw A en meneer B (privacy!)
Gebruik geen afkortingen. Leg vaktermen uit.
Schrijf getallen tot en met twintig voluit, daarboven met cijfers.
Geef tijden in cijfers weer. Half negen 's avonds is dus 20.30 uur.

Aandachtspunten:

start voor elke opdracht een nieuw hoofdstuk
zet de opdracht boven elke uitwerking

Evaluatie/conclusie

In de evaluatie van het verslag kijk je terug op je stage.
aandachtspunten:

hoe heb je de stageperiode ervaren;
voldeed de stage aan je verwachtingen (zie inleiding);
beschrijf hoe je aan je leerdoelen hebt gewerkt;
zijn alle leerdoelen behaald;
wat heb je nog meer geleerd;
hoe was de beoordeling van de stage;
wat zijn aandachtspunten voor de volgende stage : nieuwe leerdoelen;

dankwoord richting stagebegeleider en andere medewerkers.